Kegelclub Poedelhaat
Inleiding
In de avond van 12 september 1893 werd op initiatief van de heren P.A. de Jong en W.F.H. van Schouwen een kegelclub opgericht, die op 11 oktober van dat jaar de naam "Poedelhaat" kreeg (een poedel is een mislukte worp bij het kegelen). Als leden- oprichters traden toe: F.L.G. d’ Aunierie, H.E. Beelaerts van. Emmichoven, J.J. Berdenis van Berlecom, A. Bert, G. ten Bruggencate, P.A. de Jong, A. Kist, C.J. de Lussanet de la Sabloniëre, P. van der Mark, B.M. Molewater de la Rive Bax, W.F.H. van Schouwen, G. van der Stuyt, P. Varkevisser.
Het aantal leden mocht de 15 niet overschrijden. Het lidmaatschap werd verkregen door ballotage na bijwoning van minstens 1 kegelavond in hetzelfde clubjaar. Uittredende leden waren voor hun deel aansprakelijk voor de niet-gedekte schulden van de club. In 1897 kende de club ook ereleden: zij betaalden geen contributie en hadden op de vergaderingen slechts een adviserende stem. Elk lid had het recht van introductie op de kegelavonden. Hagenaars konden niet meer dan 3 maal per jaar geïntroduceerd worden. Van 1898 - 1900 was ook introductie mogelijk voor inwoners van Leiden, Delft, Gouda en andere plaatsen in de omgeving van ‘s-Gravenhage. De secretaris van het bestuur had de zorg voor het introductieboek en de aanschaf van de kegelboeken.
De baancommissaris was lid van het bestuur, handhaafde de orde op de bijeenkomsten en had de leiding van het spel. Hij belastte elke avond afwisselend een der leden met het bijhouden van het kegelboek en zorgde dat dit boek aanwezig was.
De contributie bedroeg f 1- per maand, bij te late betaling werd f 0.25 boete opgelegd (later niet meer). Op 2 of meer achtereenvolgende kegelavonden niet meespelen leverde een boete op van f 0.25 per avond. De contributie dekte de baanhuur, uitgaven en benoodigdheden voor de kegelavonden en de vergaderingen. Uit de contributiepot konden geen gelden in de kegelpot gestort worden; wel andersom na flat van de vergadering. De kegelpot was bestemd voor het houden van feestelijke bijeenkomsten. De kegelbaan werd gehuurd in het café "Franziskaner Bräu" aan de Spuistraat, waar later ook de vergaderingen werden gehouden. Ook vergaderde men wel in het Hotel du Commerce. In 1897 telde de club 13 leden, in 1899 waren het er 15. Vergaderingen werden gehouden op de kegelavonden. In de zomermaanden werd niet gespeeld. Het prijskegelen geschiedde met handicap. De honneursprijs bestond uit een kunstvoorwerp ter waarde van f 10-. In 1900 haalde "Poedelhaat" tweemaal de overwinning op de Voorburgse kegelclub Het 10-jarig bestaan werd zeer feestelijk gevierd. Het jaarverslag over 1905/1906 is voor de variatie in dichtvorm gegoten. Volgens het laatste jaarverslag- dat over 1908/1909 - telde de club 13 leden,waarvan gemiddeld 8 de kegelavonden bezochten. De ontvangsten liepen terug, terwijl de baanhuur steeds hoger werd ( in dat jaar f 16- per maand). Echter was de onderlinge band steeds goed en de diners zeer gezellig. De club heeft tot 1911 bestaan en telde toen 9 leden. Het archief van de club bleef tot april 1928 ten huize van het lid G. van der Stuyt, die het met instemming van zijn mede- oudleden aan de gemeente ‘s- Gravenhage ten geschenke gaf.
Bron: Gemeente Archief Den Haag. Archief van de Kegelclub Poedelhaat. Zie de volledige inventaris
|